Internationaal fascisme

De beschermingskracht van de eigenaars

- Yg. 1930, nr. 43 -

De verkiezingsoverwinning De Duitse fascisten hebben ook de Oostenrijkse duistere mannen rond Seipel versterkt. Schober verdwijnt en de spirituele Heer keert terug naar het toneel, ondersteund door de Home Guard Starhemberg. Seipel adviseert zijn broer in Christus, de ‘koude’ fascist Brüning, om de nazi's tegelijkertijd met hem in de regeringscoalitie op te nemen. In Tsjecho-Slowakije de Fascistische kliek rond Stribrny wilde nationalistische excessen die sympathiek werden ontvangen door de Praagse politiepresident. De Poolse militaire dictator Pilsudski brengt tot de laatste slag tegen de parlementaire onechte democratie. De Fins Lappo Movementonder leiding van een grote boer, verovert overwinnend Helsingfors; een paar duizend communisten migreren naar Finse kerkers of worden het land uitgezet. In Hongarije heerst de terreur Horthy, De Roemenië Carols wedijvert met zijn buren voor de kroon van witte terreur. In Spanje heeft alleen een decoratieve scènewijziging plaatsgevonden. een Algemeen is verdwenen uit het politieke theater, zijn plaats is niet minder ambitieus en felle matador a. De Italië Mussolini Natuurlijk mag dit niet ontbreken in deze krans. De Italiaanse pers juichte de verkiezingsoverwinning van Hitler toe met applaus.

*

De fascistische beweging in alle landen is niets anders dan de laatste poging van de grote burgerij om met alle middelen de politieke macht te behouden. Daarbij gebruikt ze de hulp van al diegenen die, verkeerd inschatend economische noodzakelijkheden en wetten, zichzelf aan de kant zetten, aan de verkeerde kant.

Het Duitse fascisme weet dat het in Duitsland rekening moet houden met een verlichte beroepsbevolking en dienovereenkomstig zijn draden spint. Hij rekent ook met de groeiende ellende van de grote bezoldigde massa's. En hij rekent op de groeiende intellectuele en materiële ontworteling van het nog steeds onafhankelijke middenklasse-bestaan.

Uit deze berekening vloeit zijn programma voort. Hij hangt de mantel van een pseudo-socialisme, in de hoop op een instroom uit de kringen van de arbeidersklasse. Hij noemt zichzelf anti-marxistisch en hoopt op de instroom van de werknemers, die zich soms wild gedragen tegen hun voortschrijdende proletarisering onder invloed van een verouderde bewustzijnsstaat, en die zichzelf beloven op de sociale ladder te stijgen. Vooral de kleine commerciële werknemers, in hun vaak ronduit ontroerende politieke naïviteit, worden des te meer blootgesteld aan de holle razernijen van Hitleriaanse waanideeën, omdat ze zich niet tegen alle economische wetten voelen als een klasse, maar als een staat die nog steeds alles van privé-initiatief belooft in de samenleving van vandaag , Ze houden hun ogen bij elkaar en volgen romantische droomdromen die alle economie bespotten.

Het Duitse fascisme legt aan de onafhankelijke en hogere middenklasse uit dat hun verval te wijten was aan de steeds groter wordende heerschappij van de grote warenhuizen en kartels, die grotendeels onder invloed stonden van het joodse kapitaal. Bovendien zou zijn materiële situatie met het verbreken van de renteslavernij ook verbeteren. Hitler omringt het hele ding met zwarte, witte en rode swastika-sjerpen, met schetterende fanfares, met 'stormachtige wezens en golven', wat hem de steun geeft van hoge militaire functionarissen en voormalige prinselijke potentaten die zich tijdelijk in muizengaten verscholen in 1918 en nu is hun tijd weer aangebroken houden.

Je kunt zien dat het Duitse fascisme blijkbaar rekening houdt met de Duitse economische omstandigheden om zijn ware gezicht des te gretiger te camoufleren. Zijn echte politieke vastberadenheid wordt pas duidelijk door de min of meer publieke sympathie waarmee de grote Duitse industrie haar begeleidt en financiert. Men hoeft alleen namen te onthouden als Kirdorf, Thyssen, Borsig, maar ook Bechstein en Mutschmann, en niet te vergeten Hugenberg, die als exponent van de grote Duitse industrie op zijn minst zijn journalistieke en organisatorische steun geeft aan het fascisme in Duitsland [...]

1930, 43 · Ludwig Kuttner